Bron: FAW


Brief dd maandag 3 december 1787, toegeschreven aan Mevr E.A, Weerts-Wentholt (1740-1820)

Verklaring:
  • rikkinge: Omheining van paalwerk [Twents dialect]
  • Herman Bosscha (regel 105): 1755-1819 Pattriotisch gezinde rector van de latijnse school. Verloor zijn functie na de omwenteling. ref Hogenstijn blz 437 en 510
  • Zoon Johan Weerts 1769-1842 (regel 107-121) Vertrok in 1788 inderdaad naar naar Göttingen zie index.


    
    1	                                                 Den 3 december	   
    	                                                      1787	   
    		   
    	Gisterenavond ontfing ik dese nevensgaande	   
    5	insunuatie en also ik sie dat de andre	   
    	heeren van de commissie tot het D-- W--	   
    	hebben beantwoord aan de eertste brief die ik	   
    	aan mijn heer ook hebbe gegeven. So komt	   
    	dat dog niet overeen met de belofte dat sij 	   
    10	,so sij daar iets op antwoorden, aan mijn-	   
    	heer 't souden laten weten om also te handelen.	   
    	Nu sende ik dese alweer en met versoek om	   
    	dog om Gods wille versigtig te weesen en	   
    	de consent met die andren te handelen. Laten	   
    15	alle plaisierpartijtjes daar niet mede	   
    	egaal gestelt worden. Ik verseker uw weest	   
    	op uw hoede het gaat er bitter toe in het	   
    	land. Rekent eens hoe het te Utegt gaat.	   
    	De Vroedschap gebannen de goederen geconfes-	   
    20	keert. Ik verlang so om ook eens met	   
    	mijn besten vriend te spreeken en og la ly. Ik	   
    	kan daar niet toe komen. Wij sitten in de	   
    	persen der verdrukkinge. Ik heb ene meyd, ben	   
    	meest sukelijk, heb vanavond voor het eerst	   
    25	weer wat trek tot eten. Also ik sedert gisteren	   
    	morgen weer niets hadde geproeft. Ellendig ....	   
    	mijn oude hooftpijn. S[waan] kan met de regter	   
    	niets doen. Is als lam. Ik heb niets als dat	   
    	sukkel van een meysje J-- ik moet alles	   
    30	beredderen, schrijve dat het mij groen voor den	   
    	ogen komt, dan de pot kooken, huishoudinge	   
    	nasien. Heb aan S[waan] niets. Ik bidde de goeden 	   
    	God om gesontheid en de nodige ondersteuning	   
    		   
    	                                                  blz. 2	   
    		   
    	in de post die ik moet waarnemen. Alles	   
    35	komt op mij aan. Schrijf ik aan mijn beste	   
    	vrient eens over het een en ander. Hij antwoord	   
    	mij selvs niet eens op die saaken. Die denkt maar om sig	   
    	te diverteeren en laat er s[aken] voor sitten. Als hij	   
    	alleen nog maar dede dat hij gemakkelijk	   
    40	konde doen. Wete niet beter of ik heb hem ook al	   
    	geschreven wegens het huis te Deutekom dat daar	   
    	1000 g[u]l[den] voor was geboden dat Wanrooy best	   
    	oordeelde dat het in publik wierd opgehangen.	   
    	Al geen antwoord daar op. Nu moet ik vanavond	   
    45	nog aan W[anrooy] daar op antwoorden. Ik schrijf ten	   
    	minsten 2 maal in de week na suster om	   
    	haar sentiment te vragen. Heb heden den	   
    	taxatie ook overgesonden sonder die te copieren.	   
    	Ik had geen tijt daartoe. Het doet mij een	   
    50	onbegrijppelijk plaisir dat de P[atriotten] sig nog onder	   
    	malkanderen diverteeren maar om Gods wille	   
    	denkt ook om uw beste vrindin. Ik worde strak[s]	   
    	nog gewaarschoud van wat te bergen. Dat op s[int] Nicolaas	   
    	hier sal ge---d worden. Wij staan bovenaan.	   
    55	16 huisen sullen dat ondergaan. Ik heb in al	   
    	die tijt dat van C[ampen] ben gekomen geen ene nagt	   
    	deurgeslapen. Altijt in vreese en nu lig ik daar	   
    	over te malen hoe ik het sal maken. Heb geen	   
    	mens daar mede raad kan nemen S[waan] is jong	   
    60	en denkt dat sal so slim niet gaan. Nu met dat	   
    	denken ben ik ook dikwils nog al weer wat gerust.	   
    	Maar so het eens gebeurde ik geef mij in Gods	   
    	hand over. Niets kan ons overkomen sonder sijn 	   
    	wil en hij kan ons bewaren en alle kwade raat-	   
    65	slagen verijdelen. Ik heb nog niet in de kerk geweest	   
    		   
    	                                                          blz. 3	   
    		   
    	Ook ben ik altijt siekelijk geweest.	   
    	Ik ben door een gewesen burger luit[enant] ook	   
    	nog gewaarschuwd. Ik sal alles na boven	   
    	laten brengen so veel mogelijk is en dan	   
    70	uit het huis gaan so het er op aan komt.	   
    	Mijn besten effecten sijn uit het huis.	   
    	Heden is Houssart beroepen en nog ene die	   
    	de prins heeft laten stuiederen, weet sijn naam niet.	   
    	J. Riesebos is weer los het kost hem wel 40 g[u]l[den]s	   
    75	Hasebeek heeft 10 weken geseten op de Poort en	   
    	is nog niet in 't verhoor geweest. Is so siekelijk	   
    	daar geworden dat H[eyleggers] het aan de presidenten	   
    	heeft aangegeven. Nu sal hij na 't Pesten-	   
    	gasthuis. Zeemsmaker sit nog. Sal wel	   
    80	na het spinhuis moeten. Harmen Groeve,	   
    	hovenier sit ook en de Gijselinge heeft sig	   
    	over de regering uitgelaten. Is beluistert en	   
    	den andren dag na de gijseling gebragt. O God	   
    	komt ons te hulp. Arme vlugtende mensen die	   
    85	niets hebben en dat in het winter.	   
    	Nu ben geresolveert so je uw besten vrient	   
    	daar eens ook over wilt onderhouden om de rikkenge	   
    	uit de weijde weg te breeken op B[ringreve] 25 g[u]l[den] nagels sijn	   
    	dan nog gesoveert en de rikkinge kan het	   
    90	geen volgend jaar uithouden. Is so bros als	   
    	glas. Se haalen maar so alles weg. De armoede	   
    	is groot en sal me[er] van blijven. Dan het volgende jaar dat land	   
    	hooyen dan hebben geen rikkingen nodig en	   
    	sullen meer van 't hooy maken als van vet wijden	   
    95	en dan kunnen wel 25 g[u]l[den] onkosten daar aan doen	   
    	met mesten, so se al een rok uitrekt. Sullen altijt	   
    	meer van het hooy maken.	   
    	De kooy eet weer redelijk en word goed. Ik hoop	   
    		   
    	                                                      blz.4	   
    		   
    	aanstaande maandag na Z[utphen] te gaan	   
    100	en dan komen wij bij uw. Dog so je het alleen	   
    	dan nog wat kund redden was goed. Ik kome	   
    	ten minsten weer in de stad. Het was goed dat je	   
    	hier ook weer konde weesen dog tot nog toe sie	   
    	ik het er niet op also men geen vreede heeft.	   
    105	Voor een dag of 2 was Bosscha bij mij daar ik	   
    	dan ook mede heb afgerekent. Ik sprak so over 	   
    	J[an] dat het so ongelukkig was reets so veel versuimd	   
    	te hebben en nu nog na geen academie te kunnen	   
    	gaan. Alles te sullen verleeren.Hij avoneerde mij	   
    110	sulks volkomen en seyde het hoog tijt wierd dat	   
    	de jonge lieden weer aan de gang kwamen. Sprak	   
    	so over academies raaden ons seer aan dat 	   
    	Deuts academie van Göttirengen also daar een 	   
    	superbe onder was en nog te Ha[r]derwijk nog te	   
    115	Franeker ons het soude durven aanraden also	   
    	het daar was O[rangistisch]in den uitersten graad en	   
    	so een jongeling sig seer ligt onverdagst	   
    	soude kunnen verspreken en ongelukkig	   
    	worden. Ook seyde hij het niets was dat so direct	   
    120	van school na een academie ging dat, dat altijt	   
    	eerst vreemt voortkwam en sig dat wel leerde.	   
    	Uw besten vriend heeft al voor enige maanden	   
    	geseyd dat Ooy[tin]k te koop was nu heb ik 	   
    	dat dan ook al aan dese en gene gesegt.	   
    125	Daarop komt de boerin saterdag quasi vragen	   
    	of sij koorn souden brengen. Ik seyde ja en	   
    	of het nog so bleef dat wij dat willen verkopen.	   
    	Ik seyde ja. Of sij dan het eerste bod mogten hebben ?	   
    	De oude moeder wilde niet geern van de plaats.	   
    		   
    	                                                  blz. 5	   
    		   
    130	Nu wil uw goeden vrient door uw eens	   
    	doen weten hoe veel het moet geeyst worden	   
    	alles na rato van hetgeen het opbrengt. Dat	   
    	is meer mans als vrouwenwerk. Ik was anders	   
    	van sentiment om het door Bauer eens	   
    135	so grosso modo te laten opnemen met	   
    	moeder Lant en vader Lant. Wil dat ongewense-	   
    	kelijk wesen antwoord mij hier eens op hoe	   
    	uw vrient dat begrijpt. Nu eens, affaires daar	   
    	gelaten,  ik versoek ook te mogen weten of dat	   
    140	van Sieberink eens ondersogt is. Hoe ver 	   
    	sig de Saleweert en 't Ralland sig uitstrekt.	   
    	Kunt dat ook sien op de kaart die in het	   
    	cabinetje leyd van 't Ros ? Het akkermaal-	   
    	hout moet ook verkogt worden.	   
    145	Daar slaat het nu al weer elf uur en ik moet	   
    	nog 1 brief schrijven. Heb vandaag ook aan	   
    	onze lieve J--je geschreven te C[ampen].  Kust de 	   
    	lieve D[oortje] voor mij als op de Eze komt.	   
    	Het spijt ons dat S-- sijn proces verloren	   
    150	heeft. Men mag sig wel wagten! Wee die	   
    	sij een veer kunnen uit[trekken].	   
    	Alles is wel so op B[ringreve] als hier. S[ander] en M[ilia]	   
    	bijde ook goed in order. Wij groeten de witte	   
    	jassen. Bedanken voor de lekkere vis. Ik 	   
    155	heb de baars met 1 maar gegeten, .as	   
    	extra vet. De platvisse ook goed, als brasem	   
    	gegeten. Ik sende uw varkenscotteletten	   
    	die alleen maar met wat peper en sout	   
    		   
    	                                          blz. 6	   
    		   
    	so op de rooster moeten gelegt worden.	   
    160	Voorts een varkensworst die even gerookt	   
    	is dog even goed daarom. Weten niet of ik 	   
    	een varken sal slagten. Mij dunkt haast	   
    	van neen. S[waan] sal dat ook niet mogen eten.	   
    	Cap[itein] van Rijs is er ook weer op R--.  Te Zutphen	   
    165	is alles als te L-- in de beste order.	   
    	Alle goede vrienden groeten uw. Vanavond.	   
    	hebbe G.J. Dumbar ook gesproken. Siet er weer wel	   
    	uit. Je luyden wort vet nu so onbekommert	   
    	leeft en hij sag er superbe uit. Anders is de	   
    170	naarheid hier op aller wesens te sien.	   
    	Groet alle bekende voor al mijn goede vrient	   
    	A Jansen en J. Jansen. Die moest vooral niet	   
    	hierkoomen. Hebbe vanavond nog gehoort	   
    	dat sij hem een pak slaag toedagten.	   
    175	Als ik alles wilde meld[en] soude ik tot morgen	   
    	vroeg wel moeten deurschrijven. Omhelse uw beyden	   
    	en ben met alle liefde in grote haast. 	   
    	                     T.T. die je kent	   
    		   
    180	Sende 12 zakdoeken.	   
    	4 bonte t[he]edoekjes niet in de keuken te gebruiken!	   
    	2 calfscarbonade, 1 bukkink	   
    	Hoope uw alles beter als mij sal maken.	   
    	Adieu. Siet dog mijn brief van post tot post na en	   
    185	... het beantwoorden. Sij gode aanbevolen.	 
    
    
    

    <<< Terug <<<



    home.deds.nl/~hdebie45/Genea